De Hoge Raad heeft geoordeeld dat niet verdeelde pensioenrechten niet verjaren. Hierdoor kunnen ook 'vergeten' pensioenrechten bij scheiding nog na vele jaren worden teruggevorderd. De Hoge Raad heeft duidelijkheid gegeven op vraag op welke wijze hiermee moet worden omgegaan.
Wettelijk is sprake van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. Hierbij hebt u recht op 50% van het ouderdomspensioen dat uw partner heeft opgebouwd tijdens uw huwelijk of partnerschap. Andersom geldt hetzelfde voor uw ex-partner. De wettelijke regeling houdt in dat u een recht ontvangt op een deel van het ouderdomspensioen van uw ex-partner. Zodra hij/zij met pensioen gaat, ontvangt u uw pensioenuitkering. Dit ontvangt u rechtstreeks van de pensioenuitvoerder, indien u binnen twee jaar na de scheiding melding hiervan doet bij het pensioenfonds. Mocht deze melding niet plaatsvinden, dan zult u het pensioen van uw ex-partner moeten vorderen. Uw ex-partner zal dit bedrag dan aan u moeten overmaken.
Indien er geen afspraken over de pensioenrechten worden vastgelegd in de betreffende akten, blijft het recht op deze pensioenrechten bestaan, heeft de Hoge Raad besloten. Lees hier de uitspraak van de Hoge Raad.